Commentaar (Vertrouwen)

logo-idW-oud

 

COMMENTAAR (Vertrouwen)

Mijn grootste verdriet over de val van het kabinet is dat het nooit veel geworden is. Ik had wel wat verwacht van een coalitie met CDA, PvdA en Christen-Unie. Helaas is er vooral ontzettend veel tijd en energie in onderlinge conflicten gaan zitten. Dan is een kabinet net een kerkenraad: hoe meer conflicten, hoe minder er van de grond komt.

Volgens premier Balkenende is het kabinet gevallen omdat er geen vertrouwen meer was tussen de partijen. Van alle kanten is daarna opgemerkt dat dat vertrouwen er eigenlijk nooit geweest is.

Het woord ‘vertrouwen’ dat Balkenende gebruikte is het afgelopen jaar opgerukt in de politiek. Het was het slagwoord van de financiële crisis. Het was ook het thema van het christelijk-sociaal congres van 2009 en het onderwerp van een uitstekend rapport van het Wetenschappelijk Bureau van het CDA. ‘Vertrouwen’ neemt daarmee de plaats van de term ‘verantwoordelijkheid’ over. Die term werd door het christelijk-sociaal congres van 1991 geïntroduceerd en heeft jarenlang de politiek beheerst.

Het slagwoord ‘verantwoordelijkheid’ schiep indertijd ruimte om een nieuwe verhouding tussen welvaartsstaat en burger te vinden. De burger was niet alleen object van verzorging en controle, maar was in eerste instantie verant-woordelijk voor zijn eigen leven. Het leidde tot terugtrekking van overheidsbemoeienis, gekoppeld aan een intensief arbeidsparticipatie-programma. Het was ook een woord dat ik-gerichtheid en maatschappelijk afzijdigheid ruim baan gaf.

Het CDA-rapport wil met het nieuwe slagwoord ‘vertrouwen’ een politiek gaan voeren die de maatschappelijke samen-hang bevordert. Meer dan op ‘de wet’ of op ‘het volk’ berust de samenleving op zoiets ongrijpbaars als ‘vertrouwen’, analyseert het rapport. Dat vertrouwen wordt gevormd door moraal en door culturele vanzelfsprekendheden als hulp-betoon, rechtvaardigheidsgevoel, belasting betalen, identificatie met de rechtsstaat. De overheid kan een rol spelen in het bijdragen aan een cultuur van vertrouwen. Dat doet ze door betrouwbaar en duidelijk te zijn, de eigen waarden te laten zien en door zorg te dragen. Het rapport kiest daarom ook principieel voor een verzorgingsstaat.

Was het programmatisch van Balkenende om de kabinetscrisis in termen van ‘vertrouwen’ te definiëren? Dan staat ons de komende jaren een andere politiek te wachten. Een politiek die uitgaat van partners die langdurig willen samenwerken. Een politiek die afscheid heeft genomen van gedetailleerde regeeraccoorden, veelal omschreven als ‘gestold wantrouwen’. Zo’n politiek zal zelf ook het belang van vertrouwen uit moeten stralen. Geen macchiavellistische spelletjes die op de korte termijn winst brengen, maar niets opbouwen. Of bewindslieden die duidelijk jaloers zijn op elkaars successen. Ik zie er naar uit!
Tot slot nog een tip voor de leiding van de PvdA. Wanneer je een achterban hebt die voortdurend de leider van je coalitiepartner bespot en eigenlijk een hekel heeft aan je coalitiepartners, dan moet je stelling nemen. Je moet daar tegen optreden en het niet – heimelijk meelachend – laten gebeuren. Dat vergroot het vertrouwen in jou als coalitie-partner en de samenhang in de samenleving.

CW