Vaarwel aan de zeilen

logo-idW-oud

 

VAARWEL AAN DE ZEILEN

Op 5 februari 2006 zal het 175 jaar geleden zijn dat de Luitenant ter Zee J. C. J. van Speyk’s Konings Kanoneerboot No 2 bij Antwerpen deed springen door vuur in de kruitvoorraad te schieten. Roem en eer was zijn deel; het nationaliteitsgevoel van de Noordelijke Nederlanden werd er door gesterkt. Toch betekende zijn daad, onbedoeld, ook nog een bredere historische ommekeer.

De feiten: 27 october 1830: Nederlandse marinevaartuigen voeren een zwaar bombardement op Antwerpen uit. 5 november 1830: Wapenstilstand. De Citadel blijft in Noord-Nederlandse handen. De sterkte van de Marine wordt teruggebracht tot de kanoneerboten No 2 en No 4. 30 januari 1831: IJsgang op de Schelde dwingt ze ten anker te gaan bij het Vlaamse Hoofd, naast de citadel. 5 februari: order om de oude positie op stroom in te nemen. Het anker van de kanoneerboot 2 krabt; ze gaan weer onder zeil en komen op de verkeerde boeg terecht. Ze verlijeren naar de rechteroever, en hebben niet de ruimte om even snelheid te maken en door de wind te gaan. Wie ooit op een platbodem voer weet hoe moeilijk dat is. Dan komt de klap. Van de brokstukken van het schip worden souvenirs gemaakt, die de status van relikwie krijgen. Het schip zelf was al een relikwie uit de 18e eeuw. Maar wat een schoonheid van belijning! Er konden lappen van zeil worden gevoerd, met nog een razeil en een marszeil, voor achtervolgingen. Het moet een puur genoegen geweest zijn er mee op open water te verkeren. Maar wat een simpele bewapening: drie metalen stukken op rolpaarden en vier draaibassen op de verschansing. Het lijkt wel 1600, terwijl de 19e eeuw over het eerste kwart is. Nog dertig jaren, en het zeilende oorlogsschip zou volkomen verouderd zijn. De Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) bewees dat. Schepen van staal met geschutskoepels van stalen pantsering, aangedreven door stoommachines zouden voortaan de dienst uitmaken. De oorlog ter zee, altijd al een grimmig bedrijf, zou nog grimmiger worden, steeds lelijker. Je begrijpt niet wat mensen toch beweegt naar de zogenaamde vlootdagen te gaan. Zouden wij toch diep in ons dragen gedachten van de luitenant ter zee J.C.J. Van Speyk in 1831?

C. Balk